Middeleeuws kaftpapier blijkt hoofs epos in het Nedersaksisch
04 oktober 2024
Stel: het is het begin van het schooljaar 2024. Een scholier in het voortgezet onderwijs besluit zijn schoolboeken te kaften met krantenpapier. Aan het eind van het schooljaar blijkt dat de school verder gaat met een nieuwe lesmethode en de boeken hoeven niet terug naar het boekenfonds van de school. Met kaftpapier en al blijven de boeken bij de scholier, verhuizen enkele jaren later met hem mee als hij op zichzelf gaat wonen en blijven decennialang in een doos op zolder opgeslagen. Uiteindelijk zijn de boeken zo oud dat ze voor historici interessant worden en via een aantal omzwervingen belanden de boeken in een archief.
Willehalm von Orlens en Amelie.
Bron: publiek domein
|
We spoelen vooruit naar het jaar 2624. We zijn 600 jaar, twee nucleaire oorlogen en nog een hoop andere ellende verder maar het archief waar de boeken staan is wonderwel gespaard gebleven. Veel kennis over vroeger tijden is verloren gegaan. Maar door de schoolboeken hebben historici een goed idee van de gebruikte lesmethoden aan het begin van de 21e eeuw. Totdat de directeur van het archief besluit om met een andere blik naar de boeken te kijken: de inhoud ervan is allang en breed onderzocht, maar misschien is het kaftpapier nog wel veel interessanter. De tekst is vervaagd, maar met wat moeite toch te ontcijferen. Zijn hart gaat sneller kloppen. Dit zou wel eens een belangrijke vondst kunnen zijn! Uiteindelijk lukt het om grote delen van de tekst te reconstrueren. Een belangrijke en unieke bron voor wat er zoal gebeurde in de jaren '20 van de 21e eeuw.
Klinkt dit te fantastisch om waar te zijn? Dit is precies wat er gebeurd is met een middeleeuws epos, waarvan fragmenten tekst werden gevonden in een archiefstuk van de Collectie Overijssel. Papier was schaars en werd vaak hergebruikt. Zo ook het papier waarop deze hoofse tekst was geschreven. Het werd als kaftpapier gebruikt, alle andere (Middelnedersaksische) versies van de tekst gingen verloren en het als kaftpapier gebruikte papier is nu de enige bron. Dit noemt men in het archiefwezen maculatuur. Maculatuur is materiaal zoals perkament of papier, dat onbruikbaar was geworden doordat het al bedrukt of beschreven was. Deze vellen werden vervolgens in stukken gesneden en gebruikt om de boekbanden van nieuwe boeken te versterken tijdens het inbinden. Daarom worden in oude boekbanden soms fragmenten van oude teksten teruggevonden.
Een bijzondere tekst
Waarom is de tekst bijzonder? Het gaat om een hoofs epos, geschreven in het Middelnedersaksisch (Middelnederduits). Hoofse literatuur is een een genre dat in de late Middeleeuwen populair was, vooral in Zuid-Europa, maar ook noordelijker, tot aan de zuidelijke delen van de Lage Landen en Duitsland. Dit genre weerspiegelde de opkomst van een nieuwe aristocratie aan het hof die de hoofse cultuur van verfijnde omgangsvormen hoog in het vaandel had. De verhalen benadrukten de waardering voor vrouwen, moedige en slimme ridders, en hoofse liefde als centraal thema, vaak met sprookjesachtige of legendarische elementen. Bekende hoofse teksten zijn bijvoorbeeld Floris ende Blancefloer en de Arthurromans rond de legende van koning Arthur. Het fragment bewijst dat hoofse literatuur verder noordelijk verspreid was dan tot nu toe werd aangenomen. Dergelijke teksten zijn vooral bekend uit Limburg, Brabant en Vlaanderen, bijvoorbeed het werk van Hendrik van Veldeke. Volgens Harrie Scholtmeijer van de IJsselacademie zijn de fragmenten daarom uniek. "Er is met deze twee tekstfragmenten echt een enorme schat gevonden". De teksten tonen aan dat het Middelnedersaksisch niet alleen een taal was voor alledaags gebruik door eenvoudige mensen, maar dat er ook hoogstaande literatuur bestond in ons taakgebied,
Een eureka-moment
Al 17 jaar geleden kwam onderzoeker Hedzer Uulders het fragment tegen. Het was slecht leesbaar en kon niet direct geïdentificeerd worden. Toch liet de gedachte aan de tekst hem niet los. Uiteindelijke vielen de puzzelstukken op hun plek en lukte het hem om de tekst te ontcijferen en te identificeren. "Echt een eureka-moment". De belangrijke vondst werd op vrijdag 4 oktober in Deventer door Hedzer Uulders gepresenteerd tijdens het jaarlijkse Nedersaksische symposium.
Willehalm von Orlens
De tekst betreft een Middelnedersaksische vertaling van het verhaal van Willehalm von Orlens. Deze ridderroman werd de 13de eeuw geschreven door Rudolf von Ems, die leefde in de regio Vorarlberg in het huidige Oostenrijk. De roman gaat over de ontluikende liefde tussen Willehalm en Amelie. In het verhaal gaat het om hoofse liefde en over hoe de geliefden elkaar trouw blijven ondanks verschillende beproevingen behouden. Willehalm is een ridder aan het hof van de koning, en Amelie is een prinses. Het verhaal volgt de ingewikkelde situaties die ontstaan rondom hun liefdesrelatie, waarbij klassieke ridderlijke idealen zoals moed, eer, trouw, en liefde centraal staan.De brontekst van Willehalm von Orlens werd oorspronkelijk geschreven in het Middelhoogduits, de taal die in het huidige Duitsland gesproken werd in de periode van de hoge middeleeuwen (ongeveer 1050 tot 1250). De auteur, Konrad von Würzburg, was een Duitse dichter die voornamelijk in het Middelhoogduits schreef, de taal van de toenmalige literaire elite in het Heilige Roomse Rijk.
|