Over het Nedersaksisch
Landen waar Nedersaksisch gesproken wordt: | Noord-Duitsland. Nederland in de provincies Gelderland, Overijssel, Drenthe, Groningen, en een stukje Friesland. Zuid-Denemarken. Religieuze gemeenschappen in de Verenigde Staten. Vroeger: ook in Polen en Litouwen. |
Landen en regio's waar het Nedersaksisch een officiële taal is: | In Nederland en Duitsland erkend als streektaal. |
Aantal moedertaalsprekers: | Het aantal sprekers is lastig in te schatten, maar er wonen ruim 20 miljoen mensen in het taalgebied. |
Eigen benaming: | Niederdeutsch, Plattdeutsch, Plattdüütsch, Neddersassisch |
Belangrijke varianten: | Nederland: Gronings, Drenths, Stellingwerfs, Urks, Twents, Sallands, Achterhoeks. Duitsland: Oostfriesisch Platt, Hamburgisch Platt, Mecklenburgisch-Vorpommersch, Westfälisch Platt |
Alfabet: | Romeins (Latijns). |
Aantal letters in het alfabet: | 26 of meer |
Regulering: (Van spelling, etc.) |
Geen centrale regulering. Er bestaan regionale spellingsvoorschriften. |
Classificatie: (Taalfamilie) |
Indo-Europees ------> Germaans --------> West-Germaans ---------------------> Nedersaksisch |
Nedersaksisch is sterk verwant aan: | Engels, Duits, Nederlands, Fries, Limburgs, Schots, Jiddisch, Afrikaans. |
Nedersaksisch is in mindere mate ook verwant aan: | Deens, Zweeds, IJslands, Faeröers, Noors, Gothisch |
Het Nedersaksisch is een verre verwant van: | Russisch, Frans, Grieks, Iers, Perzisch, Hindi, Armeens en Litouws. |
Inleiding Het Nedersaksisch is een taal die gesproken wordt in het noordoosten van Nederland en het noorden van Duitsland. Het Nedersaksisch is een niet gestandaardiseerde taal. Er bestaat geen vaste norm voor de spelling. Het begrip 'Nedersaksisch' wordt maar zelden gebruikt. Vaker wordt er gesproken over één van de lokale varianten van de taal, zoals Twents, Achterhoeks, Drenths of Gronings. Nedersaksisch is in Nederland en Duitsland officieel erkend als streektaal. Erve Kots |
Alfabet, klanken, uitspraak en spelling Het Nedersaksisch maakt gebruik van het Latijnse alfabet. Er bestaat niet één door iedereen geaccepteerde standaard spelling voor het hele taalgebied, maar voor sommige varianten heeft men schrijf- en spellingsregels opgesteld. Zo bestaat er een algemeen aanvaarde geschreven vorm voor bijvoorbeeld het Gronings, Drenths, Sallands, Stellingwerfs, Twents, Achterhoeks (De Wald-spelling), en Noord-Duits (de Sass-spelling). Deze spellingsnormen komen tot stand door inzet van de streektaalorganisatie in dat gebied. Vrijwel alle publicaties die in samenwerking met de streektaalorganisatie tot stand komen maken dan gebruik van dezelfde spelling. Meerdere malen is men tot een gezamenlijke spelling gekomen voor het gehele Nedersaksische taalgebied. Zo werd in de jaren '50 van de vorige eeuw de Vosbergenspelling ontwikkeld door Jan Naarding en Arnold Rakers. Deze spelling gebruikte onder andere de Scandinavische letter å, waar men elders ao schreef. Veel streektaalschrijvers moesten echter niets van de Vosbergenspelling hebben en het stierf een stille dood. In 2000 ontwikkelde de koepelorganisatie van Nedersaksische streektaalorganisaties, SONT (Streektaal-Organisatie in het Nedersaksisch Taalgebied) een eigen spelling. Daaruit werd in 2011 de Algemene Nedersaksische Schriefwieze (afgkort: ANS) ontwikkeld door een groep mensen die veelvuldig voor de Nedersaksischtalige Wikipeda schreven. Daarnaast is er nog de Nysassiske Skryvwyse, dat een op etymologie gebaseerde spelling voorstaat. Het Nedersaksisch is rijk aan klinkers. Om die rijkdom in in de spelling weer te geven wordt er veelvuldig gebruik gemaakt van tweeklanken zoals ae (voor een langgerekte korte e. De e van stem, maar dan langer aanhouden, of zoals in het Frans, la mer), oa (de klank zit tussen de a en de o in, ook lang aanhouden). In Duitsland zie je wel eens dat in plaats van de combinatie ae de Scandinavische letter æ of een ę (e-cedille) gebruikt wordt. |
Leuk om te weten
Lingua franca
Russisch woordenboek
Deens, Noors, Zweeds
Mijn / mien |
Streektaalvarianten
Nederland:
Duitsland:
Overgangsdialecten |
Geografische verspreiding
|
Wetenschap |
"Te zijn of niet te zijn? Dat is de vraag.
Te wean of neet te wean, da’s de vroag.
"